Afstappen

De stok van Hakim.
Ik sta in de fietsenstalling van het station en heb zojuist mijn fiets van het slot gehaald. In gedachten stap ik op en fiets door de stalling. Direct word ik opgemerkt en tegengehouden door de bewaarder van de stalling: “Je mag hier niet fietsen, mevrouw. Wilt u afstappen?”
“Oh ja natuurlijk”. Ik stap af en blijf met mijn fiets aan de hand staan.

“Ik was helemaal in gedachten verzonken”, verklaar ik.
“Waren het leuke gedachtes?”
“Nee, ik dacht aan twee mensen in een team die ruzie met elkaar hebben”, zeg ik.

Kemphanen

Nog geen twee minuten geleden heb ik een appje gehad van de teamcoördinator én van de leidinggevende van dat team. Er is wat aan de hand.
De leidinggevende is een tijd uitgevallen en is nu net weer terug. Ik begeleid hem om weer op positie te komen in het team waar veel onduidelijkheid heerst over wie wat voor het zeggen heeft. En nu is het hommeles. De teamcoördinator heeft ruzie met een van de informele leiders. Of beter, ze kunnen elkaar niet luchten of zien; zitten dik in elkaars allergie. Ze vlammen al op als ze elkaar tegenkomen, zelfs zónder dat ze iets met elkaar hoeven op dat moment. Wat moet de leidinggevende doen? In een overleg hebben de twee kemphanen elkaar vandaag flink de les gelezen, met stemverheffing, rollende ogen en op de tafel slaan. De leidinggevende heeft gezegd dat er een vervolggesprek moet komen met beide medewerkers. Hoe gaat hij dat in hemelsnaam aanpakken? is zijn vraag aan mij. Ik sta met mijn fiets aan de hand. “Ruzie is geen leuke gedachte, inderdaad”, zegt de bewaarder. “Weet je wat ik in mijn cultuur heb geleerd? Mag ik je arm pakken?”

Het evenwicht van de stok

Ik strek mijn arm uit. Hij pakt mijn arm bij mijn elleboog en zegt: “Dit is een stok. Jij zit ín het midden van de stok. De ene medewerker zit aan de ene kant en de andere aan de andere kant van de stok.”
Hij tikt op mijn schouder en mijn hand. “En jij houdt het midden stevig vast en helpt die twee om naar het midden te komen. Om de stok in evenwicht te brengen. Maar die stok is van jou.”
Wat een mooie metafoor. Ik bedank hem. “En zo moeten wij , moslim, christen of wie dan ook, met elkaar die stok in balans houden. Hoe heet jij?“

Hakim

“Katja”, zeg ik. “Ah, Khadija, mooie naam. De naam van mijn moeder. Ik heet Hakim. “Tot ziens Hakim.” Ik loop de stalling uit met mijn fiets. Als ik thuis ben bel ik de leidinggevende. Hij neemt bij het eerste signaal de telefoon al op. Ik vertel hem het verhaal van Hakim en de stok. “Jij hebt de stok”, zeg ik. “Jij bepaalt de voorwaarden en de spelregels. Dat moet helemaal helder zijn. Alleen dan kan je ze helpen om er samen uit te komen.” Als ik even later ophang denk ik: ‘het met elkaar aan de stok krijgen’, zou dat een Arabische uitdrukking zijn? Ik zal het Hakim de volgende keer vragen.